maandag 18 juli 2016

Poppetjes

De moeder die voor ons loopt zucht. Kijk ze nu eens gaan zegt ze. Ik kijk naar haar kroost die druk doende is met een mobiele telefoon. De jongens lopen bijna het water in omdat ze zo druk bezig zijn met wat zich daar op dat scherm afspeelt.

Pokémon

Oh is dat die Pokémon rage, vraag ik. Ze zucht nog een keer diep en bevestigt het. Een voordeel is volgens haar wel dat de jongens nu overal mee naar toe willen. Ik wil niet al te dom overkomen, maar ik heb eigenlijk nog steeds geen idee wat die jeugd nu toch met die telefoon uitvreet als het om die Pokémon gaat. Dat zelfs de kranten er hele artikelen en een soort handleiding aan besteden heb ik maar even geparkeerd.

Aanslag en coup

Met weer een aanslag, een coup en een bijzondere ontmoeting met een vriendin die ik al bijna 5 jaar zo noem, maar nog nooit had ontmoet, kunnen die poppetjes me even gestolen worden. Tenminste ik zie overal poppetjes, maar of het daar ook echt om gaat? Moet je die vangen? Doodmaken? Verzorgen? Vinden?


Ander spel

Een buurjongen, nee buurman is met een heel ander spel bezig. Hij moet, ook via of met de telefoon allerlei doelen veroveren op andere groepen die hetzelfde doen. Hij liet het me een keertje zien toen ik hem tegenkwam. Allerlei lijnen, kleuren en blijkbaar doelen. En in dit geval gaan volwassenen met elkaar de strijd aan waarbij de telefoon dan hun wapen is, zeg maar. Van mij mogen ze. Zolang niemand zijn truck in een mensenmassa parkeert, maar een spelletje speelt met anderen, vind ik het prima. Ik heb liever blikspuit, maar dat zal wel niemand meer kennen.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten