maandag 28 september 2015

Dat vieze vingertje

Lief en ik gingen naar een prachtige stad in het zuiden van het land. Ik vertelde hem dat in dit deel van het land mensen altijd mooi gekleed gaan. Dat ze veel geven om hun uiterlijk. Maar ook om lekker eten en drinken. En dat ze, zeg maar, een beetje deftig zijn daar. Ik was even vergeten dat hun accent ook wat anders is. Toen tijdens de lunch de serveerster me zei: clubsandwhich zonder spak, begreep ik haar niet. Ik vroeg het nog een keer en toen nog een keer en eindelijk viel het kwartje: ‘oh, zonder spek’.  Met dat voorname eten daar zonder spek viel het wat tegen. De clubsandwhich was eigenlijk ronduit smerig. Ook onze hotelkamer was niet heel erg deftig. Verouderd zelfs. Vergane glorie zeg maar.


Mooie mensen, mooie winkels


De stad zelf ademde nog steeds wel alle grandeur uit die ik ken van het verleden. De prachtigste winkels, mooie mensen, luxe traiteurs. Toen we op dag twee weer wat wilden gaan eten (de kip had me de eerste dag danig dwarsgezeten, ik heb het avondeten daardoor maar over geslagen) ontdekte ik een Thais restaurant. ‘Ohhh, zei ik. ‘Zullen we daar gaan eten?’. Maar ik wist het antwoord al, want manlief lust beslist geen Thais. Het werd dus een compromis. We gingen eerst naar een restaurant waar hij zich kon uitleven, waar ik alleen een drankje nam. Toen gingen we naar de Thai, waar hij alleen een drankje nam. 

Schrokop

Ik zat heerlijk aan mijn pittige kip met Thaise basilicum en groenten toen er een stel binnenkwam. Hoewel de hele zaak bijna leeg was, kroop ze stijf tegen ons aan. Ze bestelde viskoekjes als voorafje. Die doopte ze met veel verve in een dipsausje en daarna verdween dat hele viskoekje ineens in haar mond. Ik wist niet dat er zoveel in een mond kon. Vervolgens sleepte ze haar niet zo fris uitziende vinger door het potje met overgebleven dipsaus en bracht hem naar haar mond. En toen nog een keer. En nog een keer. En toen nog een keer. Over deftigheid durfde ik het toen niet meer te hebben.   

Bulk September 2015

maandag 21 september 2015

Vluchten

Vandaag kreeg ik van een collega een blog onder ogen. Wat we vonden van het vluchtelingenprobleem, wilde ze weten. Kun je daar überhaupt wat van vinden, vroeg ik me af. Want naar mijn bescheiden mening is het veel te complex om daar een pasklaar antwoord op te hebben. Dat sommige mensen dat heel stellig wel  weten, vind ik bijzonder.  De een heeft veel sympathie voor verdronken kinderen (hoe kun je daar geen mededogen mee hebben?), anderen vinden dat volwassenen die in een ruim zijn opgesloten door gewetenloze mensensmokkelaars en een meer dan wrede dood ondergingen hun verdiende loon kregen (hoe kun je zo hard zijn?).  Ik wankel in mijn gedachten.

Extremisme


De massa’s mensen die komen uit landen waar extremisme hoogtij viert, vind ik ronduit beangstigend.  Of die angst legitiem is weet ik niet, maar ik weet wel uit eigen ervaring dat de selectie niet altijd even grondig gebeurt. Of niet grondig genoeg. Veel landgenoten van mijn man nemen ook de boot en gaan naar Italië. Na deze barre tocht vertellen ze dat ze homo zijn of dat ze problemen hebben in eigen land. Niet dat ze eigenlijk een beter leven willen. Of ze komen binnen via een ander land en hun vingerafdrukken zijn blijkbaar verdwenen als ze dan toch hier asiel aanvragen.

Kolonie

Maar die mensen komen dan vaak weer uit landen die wij lange tijd gekoloniseerd hebben. En dat brengt een schuld met zich mee.  Dat een leger van vreemdelingen op weerstand stuit in verband met economische motieven, snap ik ook. Op alles wordt hier bezuinigd en we halen dan wel heel veel monden binnen die ook gevoed moeten worden. Aan de andere kant: wie heeft niet een familielid dat is geëmigreerd naar Australië, Canada of Amerika. Mensen die ook hun geluk zochten. En wie kan zich niet voorstellen dat je uit een situatie wilt van oorlog en dood en verderf? Wrang is dan wel weer dat alleen mensen met geld zich dat kunnen veroorloven. De arme paupers hebben geen andere keuze dan tussen dat geweld te blijven.  Wat zou het fijn zijn om hier helemaal niets van te hoeven vinden. Want dan stond de hele wereld ook niet op z’n kop.

maandag 14 september 2015

Vroeg opstaan


Aha. Zie je nu wel, ik heb het altijd wel gedacht. Vroeg opstaan is slecht voor de mens. Een of andere professor noemt het zelfs een soort van marteling om je bioritme zo te veranderen dat alles in de war is. En als ik me moet laten wekken door dat akelige apparaat dat naast mijn bed staat, dan is alles in de war.  Vreselijk in de war. Ik begin dan eerst met hartgrondig kreunen.  Oh, neee. Moet dat echt?’ zeg ik dan meer tegen mezelf dan het apparaat. 

Geen sjoege van de andere kant van het bed
Tegenwoordig zeg ik het ook tegen mijn wederhelft, maar die geeft totaal geen sjoege. Als er namelijk iemand is die niet van vroeg opstaan houdt, is het mijn man wel.  Zodra ik mijn benen onder het dekbed vandaan wring, kreunt ook hij nog een keer, maar volgens mij zonder het te beseffen,  slaat alles wat dekbed is om zich heen en valt onmiddellijk, maar dan ook onmiddellijk weer in een diepe slaap.  Waarna mij niets anders rest dan mompelend op te staan, op de overloop nog een keer hard te zuchten dat dit toch eigenlijk niet kan en heel oneerlijk is waarna ik subiet richting koffie ga. Drink ik dat donkere nat niet, dan wordt het de eerste uren helemaal niks. 

Vroeg opstaan
En ga ik een keer te laat naar bed en moet ik dan echt vroeg opstaan (9 uur is voor mij al vroeg, maar echt vroeg is 6 of 7 uur) dan ben ik halverwege de dag totaal geen mens. Al die arme sloebers die dus elke ochtend voor dag en dauw worden gewekt door dat metalen geval, ik buig diep voor jullie. En ik? Ik moet morgenochtend vroeg op, want we hebben een afspraak.  Dat wordt naast mijn eigen worsteling dus ook nog een enorme toer om manlief van het matras te krijgen. Ik kan er nu al niet van slapen.

maandag 7 september 2015

Laaielichters

Vanmiddag zat er weer eentje bij de mail: een aanmaning van het zogeheten CJIB, zeg maar de instanties die er voor zorgt dat je boetes worden verwerkt. Nu had ik laatst echt een boete, want ik had maar liefst 4 hele kilometers te hard gereden. Ja ja, op de foto was niet eens te zien dat ik reed, zo snel ging ik. Of ik even 30 euro wilde aftikken. Voor de verandering ben ik maar eens in beroep gegaan. Ik wilde eigenlijk als reden aanvoeren dat ik het belachelijk vond om voor zo’n overtreding 30 euro te betalen, maar ik bedacht me toen dat niemand daar waarschijnlijk in geïnteresseerd was. Ik kon niet aanvoeren dat ik niet in de auto reed, dus heb ik aangegeven dat ik en cruise control heb en een TomTom die als een gek begint te schreeuwen als ik harder rijd dan de aangegeven snelheid. Maar goed daar kwam die aanmaning niet door. Deze aanmaning was voor een veel hoger bedrag. Heel vreemd omdat ik nooit een andere rekening had gehad. Klopte ook wel: het was een soort phising bericht om weerlozen die er in trappen flink wat geld af te troggelen.

Hotelpas

Tegelijkertijd kreeg ik van de mensen van Hotelpas (wat is dat eigenlijk?) een aanmaning. Zonder klantnummer of adres, gewoon een bijna anonieme mail. Of ik maar even de twee maandelijkse termijnen die ik achter was wilde betalen. Ook weer 40 euro. Ik ben een muts als het op het bewaren van spullen aankomt: zowel in mijn huis als in mijn digitale postmap vind je spullen van vele jaren geleden. Gewoon omdat je nooit weet of het ooit nog eens van pas komt. Dus ik zoeken op Hotelpas. Mooi niks te vinden natuurlijk. Zou ik die laaielichters terugmailen, hebben ze wel een e-mailadres maar als je ze wat stuurt komt dat bericht niet aan. Ik heb ze nu even fijntjes laten weten dat ik schrijf. Niet voor huis-tuin en keuken gebruik maar voor media. Ik ben benieuwd of ze de boodschap hebben begrepen.