zondag 17 november 2013

Zwarte Piet, misschien toch maar niet

Toen ik voor het eerst hoorde dat mensen Zwarte Piet wilden verbieden vond ik dat absurd. Waarom moest dat? Die leuke helperd van onze Klaas was er toch altijd al geweest? En hij was alleen maar zwart van het roet dat hij tegenkwam door de schoorsteen. Bovendien ben ook ik net als veel andere Nederlanders ook wel van de traditie.

En wie is Sinterklaas nu toch zonder zijn piet? Niemand toch? Dat werd wel wat anders toen ik op Facebook berichten las waar de honden geen brood van lustten. Anouk die met haar 4 gekleurde kindjes aangaf niet voor zwarte piet te zijn werd uitgemaakt voor rotte vis. De meest walgelijke zaken stonden op haar pagina. Dingen die zo erg zijn zelfs dat ik ze hier niet zal herhalen en die er ook helemaal niet toe deden. Vervolgens werd een gekleurde vrouw die helemaal niets met het hele gedoe te maken had, op hardhandige wijze verwijderd van het terrein waar een demonstratie werd gehouden. En toen ging ik eens goed nadenken. Ja zwarte piet is een traditie. Maar slavernij was ook een traditie. Wij Nederlanders vonden het normaal om anderen te knechten, om ze aan ketenen te leggen, om ze te verkopen als waren zij handelswaar. En we verdienden er goed aan. Nu vind ik het altijd wel moeilijk om te zeggen wij, want ik ben daar zelf niet bij geweest. Net zoals u allemaal niet.

Maar het is wel een deel van onze geschiedenis waar ik niet trots op ben. Ook nuanceer ik het wel een beetje. Toen ik in Afrika was zag ik daar de huisjes en havens waar slaven werden verhandeld en waar ze op “transport” werden gezet. Vreselijke taferelen. Maar een gids die me uitleg gaf over de hele handel en wandel gaf ook aan dat veel zwarte Afrikanen net zo hard meededen met die handel als ze er maar geld aan konden verdienen. Zo “gekleurd” is die geschiedenis dan ook wel weer. Maar dat we misschien toch eens moeten nadenken of Zwarte Piet nog wel van deze multiculturele samenleving is, daar ben ik voor.

Als mensen last hebben van zo’n gebruik kun je er op z’n minst een dialoog over aangaan. Kun je luisteren naar wat anderen te zeggen hebben. En als ik hoor dat een donker kindje voor Zwarte Piet wordt uitgescholden en daar last van heeft, ja dan vind ik dat zeker bedenkelijk. Hoezeer ik ook hecht aan die traditie en aan dat speciale feest dat ons zo onderscheidt van andere landen. Bovendien is veranderen iets wat altijd moeizaam gaat. Bij ons thuis was het vroeger ook traditie dat er bij feesten en partijen glazen met sigaretten op tafel stonden en dat wij ons een weg moesten banen door een rookgordijn. Ik ben blij dat we die traditie achter ons hebben gelaten.

maandag 11 november 2013

De huisarts uit Tuitjenhorn

In mijn hoofd zwalk ik van zwarte piet naar Caro Emerald en dan naar een arts in Tuitenjenhorn. Die brei van uiteenlopende zaken maakt het een chaos in mijn hoofd, maar de chaos in het hoofd van die arts zal van een heel ander kaliber zijn geweest toen hij besloot een einde aan zijn leven te maken. Hij werd als vee opgejaagd voor een in mijn ogen zeer humane daad.

Want wie zou nu niet een arts willen die met een slaapmiddel en morfine zorgt dat je nooit meer wakker wordt als je heel ernstig ziek bent Of in eerste instantie pijnvrij. Persoonlijk teken ik er voor en hoop ik dat mijn arts me ook helpt mocht het ooit zover komen. Liever nog zou ik zomaar op een dag dood neer vallen. Zonder het te weten en dan pats boem. Maar je dood kies je zelf niet, tenzij je dus een arts hebt die je bij wilt staan in die nood. En dat was die man dus.

En toen gingen er allerlei geruchten van wat hij allemaal fout had gedaan, alsof hij als een ware dokter des doods honderden mensen had vermoord. Er werd een inval gedaan met 15 man sterk (ik ken mensen die heel andere vergrijpen gepleegd hebben, maar die nu gewoon weer los rondlopen) en raakte de man in een zware depressie. Een verpleeghuisarts die eerder al eens iets negatiefs over de man gezegd had, gaf in een tv programma toe dat dit verkeerd was geweest.

Dat ze het allemaal niet goed hadden ingeschat en dat ze het allemaal, maar dan ook allemaal bij het verkeerde eind hadden gehad. Wat dapper was. Maar de acties zijn niet meer terug te draaien. Ook de man kun je met een handknip van je vingers niet meer terugkrijgen. Hij is er niet meer en zijn geliefden blijven achter. In de wetenschap dat het zo niet had hoeven lopen. Ik vraag me af of zijn einde ook een beetje humaan was. Of hij ook een combinatie van een slaapmiddel met morfine heeft genomen zodat hij zelf niet hoefde te lijden.

Als ik dat aan anderen voorleg, kijken ze me vreemd aan. Misschien omdat ze het niet begrijpen. Ik ben dichter bij de dood geweest dan veel mensen in mijn omgeving dus is mijn eigen dood niet iets abstracts meer. En dan ga je nadenken over je eigen einde. Veel nadenken. Maar ook over het einde van anderen. Of er eenzaamheid was. Of er pijn was. Of er berusting was. Vrede. Er zijn mensen in mijn armen gestorven die geen vrede hadden met hun weggaan. Die bang waren. Die nog wilden leven. Maar ook mensen die heel graag wilden. Voor wie de dood een bevrijding was. Dat laatste hoop ik dan maar voor die engel uit Tuitjenhorn. En zwarte piet? En Caro Emerald? Daar moeten we het maar een andere keer over hebben.

maandag 4 november 2013

Lemsterland: een boek met hindernissen

Lemsterland. Zo heet het boek dat de burgers van Lemsterland krijgen nu hun gemeente wordt opgedoekt. Nou ja krijgen? Het is blijkbaar een hele toer om in het bezit te komen van een exemplaar.

Maandagmiddag kom ik thuis na een dag werken. Ik slof ongelofelijk vermoeid naar de brievenbus en zie daar een enveloppe van De Friese Meren. Nieuwsgierig geworden open ik hem en zie daar een aankondiging van HET boek over Lemsterland. Op de ene kant staat dat we zo’n boek kunnen halen, op de andere kant een uitnodiging voor de Dag van het Zwarte Koor waar het eerste boek wordt uitgereikt. Die dag was zaterdag, dus dat wordt hem dus echt niet meer, twee dagen na dato.

Op de voorkant van de flyer staat dat het boek vanaf maandag 4 november opgehaald kan worden. Ik ga er van uit dat ik om zes uur vast niet meer terecht kan, maar als ik later op Lemsternijs kijk zie ik dat er een enorme rij heeft gestaan voor het Servicepunt om het afscheidscadeau van de gemeente op te halen. Al die mensen stonden er echter tevergeefs want dat hele servicepunt bleek niet open te zijn. Geen mens te bekennen. De flyer is overigens ook erg vaag: je kunt hem ophalen vanaf maandag 4 november staat er. Van hoe laat tot hoe laat (logisch, want het kon helemaal niet) hebben ze er gemakshalve maar niet bij gezet. Hoe kun je dan een flyer rondsturen denk ik dan als er helemaal niemand is? Later lees ik dat een enorme rij mensen die nog steeds voor dat Servicepunt stond, moest verhuizen naar de overkant.

Daar zouden de boeken liggen. Vreemd, heel erg vreemd. Nog verbazingwekkender vind ik de slogan “Op is op”. Hoezo op is op? Je geeft je burgers een cadeau of je geeft het niet. Dus druk je of voor iedereen zo’n boek of je drukt het niet. Goedkoop was het project niet bepaald, dus je zou toch zeggen dat er dan voor iedereen wel een boekje af kan. Maar blijkbaar is dat dus niet het geval. Veel mensen hebben belangstelling voor de pennenvruchten, dus het is de vraag of de werkenden onder ons die overdag geen tijd hebben om het boek op te halen nog aan een exemplaar kunnen komen. Dan wordt het dus een boek voor een beperkte groep en dat is ook niet bepaald burgervriendelijk. En zeker niet een leuk afscheidscadeau.

Hoewel ik Klaas Jansma erg hoog heb, vraag ik me nu ook wel af wat de inhoud van dit boek zal zijn. Ik lees wat over de oude Rintje Ritsma, maar zie verder helemaal niet wie er in beschreven worden of waar het boek over gaat. Ja, het gaat over Lemsterland. Maar hoe en wat? En is het Lemsterland dat wij kennen ook het Lemsterland van Klaas Jansma die hier helemaal niet meer woont? Ik heb ook niemand gesproken die is geïnterviewd of die een verhaal mocht vertellen. Als het nu maar niet zo is als met de verspreiding van het boek: namelijk dikke prut.